Header image

Wmo en Jeugdzorg in de Achterhoek moeten anders, we hebben onze lessen geleerd

AALTEN - Gemeenten zouden de jeugdzorg dichterbij, efficiënter en uiteindelijk ook goedkoper gaan regelen. Dat gold ook voor de Wmo. 'De juiste hulp om de hoek voor de juiste prijs', zo werd in de Achterhoek gezamenlijk gedacht. Het tegenovergestelde gebeurde: dit jaar wordt in de Achterhoek 110 miljoen euro uitgegeven, een stijging van maar liefst 25 procent in anderhalf jaar. Daarbij is de hulpverlening te veel gebundeld waardoor vaak gekozen werd voor de dure vormen van hulp. Inmiddels ontvangt één op de tien kinderen een vorm van jeugdzorg. De controledrift van de acht Achterhoekse gemeentes speelde de hoofdrol waardoor het werken voor de zorgaanbieders bureaucratisch maakte. Gemeenten zaten vaak ook niet op een lijn. "Het moet anders, we hebben onze lessen geleerd", klonk het afgelopen week in de raadszaal van Aalten.

De Aaltense politiek had bij haar eigen college om uitleg gevraagd nadat een vertrouwelijk evaluatierapport was verschenen over hoe het gesteld is met de Wmo en de jeugdzorg in de Achterhoek openbaar was geworden. Een vernietigend rapport zo bleek. ”Stuitend, ik kan het niet anders zeggen. We zijn geschrokken", concludeerde CU-raadslid Tobias over de samenwerking tussen gemeenten en de zorgaanbieders. Die was niet of nauwelijks mogelijk. In het rapport wordt gesproken over 'verziekte verhoudingen’ en over weinig vertrouwen tussen de borgpartijen en de gemeenten. Dat het zo uit de hand was gelopen kwam door de controledrift van de gemeenten. Resultaat gericht doelen stellen, was het credo, maar gemeenten moeten voor de budgetten alleen weten wat zorgprofessionals doen en niet hoe ze het doen.

D'66-raadslid Alexander van der Graaff: "Het doel was toch dat er een vernieuwing kwam, dat er meer eigen initiatief kwam van hulpverleners en dat de kosten dan meer voorspelbaar zouden zijn?" Bij de jaarlijkse begrotingsvergaderingen van november bleek in gemeentes zoals Winterswijk en Berkelland dat de uitgaves aan jeugdzorg en Wmo zo hoog zijn geworden dat zij het financieel moeilijk kunnen bolwerken. Dramatische keuzes zijn het gevolg, zoals in Winterswijk waar de taakstellingen voor een armoedevrije gemeente in 2040 noodgedwongen moest stoppen en zwembad Jaspers het zelf nu moet gaan redden om te blijven bestaan.

Het doel was toch dat er een vernieuwing kwam, dat er meer eigen initiatief kwam van hulpverleners en dat de kosten dan meer voorspelbaar zouden zijn?

Eigenlijk ging er van alles fout gedurende het traject. De twee verantwoordelijk wethouders Joop Wikkerink en Hans te Lindert (Jeugdzorg) moesten zich regelmatig tijdens raadsbijeenkomst menigmaal in verweer moesten komen. “De markt was nog niet toe aan deze manier van contractering. En we zeggen daarbij de gemeenten ook niet." Dat de uitgaven aan jeugdzorg en Wmo drukken op de gemeentebegroting en de nabije toekomst dat wat gemeenten aan financiële bijdragen van het Rijk krijgen, vormden voor de Aaltense gemeenteraad om erop te reageren en de zaak niet alleen te willen afdoen met een raadsmededeling. Daarin stond de boodschap dat alle acht colleges in de Achterhoek besloten de contracten met 59 zorgaanbieders per 1 juli 2025 niet meer te verlengen en over te gaan tot een nieuwe wijze van contractering daarna. Omdat er zoveel fout was gegaan werden er maar liefst 68 raadsvragen in Aalten ingediend over de manier van aanbesteden. Dat waren ingewikkelde procedures geworden door 'waterige compromissen', zei Wikkerink. “Gemeenten en zorgaanbieders verstonden elkaar niet altijd hetzelfde over dezelfde afspraken.” Over de visie waren ze het weliswaar roerend met elkaar eens, maar de interpretatie verschilden. "De huidige werkwijze is niet houdbaar. Er zullen nieuwe afspraken gemaakt moeten worden. Het moet écht anders, al zal het door inflatie, prijsstijgingen, loonontwikkelingen niet veel goedkoper worden.”

Op papier een dekkend zorglandschap, maar die was er niet

Aanvankelijk zou er resultaatgericht gewerkt worden, niet blijven hangen in van tevoren afgesproken behandelingen, maar vernieuwing stimuleren en wel zo op de menselijke maat van de Achterhoek. Het systeem van lumpsum -de zak overheidsgeld en hier moet de zorgaanbieder het mee doen- veroorzaakte een risicomijdend gedrag bij de zorgaanbieders. En dat maakte dat er niet vernieuwd werd en niet iedereen geholpen werden of jeugd onbedoeld terecht kwam in de duurdere zorg, wat niet voor ze bestemd was. "Alleen op papier is sprake van een dekkend zorglandschap. Met name in Oost-Achterhoek zeggen consulenten dat zij cliënten niet altijd goed geplaatst krijgen, of alleen met een lange reistijd", uitte Margret Rensink (Gemeente Belangen) haar zorg. Vooral langs de randen van gemeenten als Berkelland, Winterswijk en Aalten is het weinig lonend voor een behandelpraktijk of zorgkantoor wat de ambitie was. Daarnaast merken consulenten in het rapport dat lumpsum bedragen vaak naar uren worden berekend en hulpverleners niet bereid zijn meer uren te leveren dan dat ze hebben afgegeven voor de plekprijs. Voorts had Rensink kritische vragen over hoe de financiële verhoudingen lagen tussen de gemeenten. Door dat Aalten insteekt op preventie met onder meer een ondersteuningsteam dat in Oost Gelre, Aalten en Winterswijk goede effecten heeft om niet onnodig in de dure zorg te belanden, blijven de bijdragen even hoog.

“Het is niet goed gegaan”, erkenden de wethouders Te Lindert en Wikkerink

“Het is niet goed gegaan”, erkenden de wethouders Te Lindert en Wikkerink. “Had het anders gekund? Niet als het telkens over de financiën gaat. En als wij gemeenten verstaan onder ‘transformatie van de zorg’, zeggen wij: 'minder jeugdigen in de zorg’, maar gaat het bij de zorgaanbieders over hun business, waarvan zij bestaan. Dat maakt het lastig om daar met elkaar over te praten.” Gaandeweg ontstonden hieruit de frustraties en werd er langzamerhand een bureaucratisch monster opgetuigd. Desondanks zeiden beide wethouders dat het lokaal het wel goed ging, wat weer veel vragen opriep in de Aaltense politiek. Wat het onderzoeksrapport dat openbaar gemaakt is, is niet mals. “Het rapport dat we in onze mik kregen staan bewoordingen in als: ‘arrogante houding van de gemeenten, verziekte verhoudingen en dat samenwerking niet mogelijk is voor een herijking van de afspraken. Waarom hoorde de raad niet dat het niet goed ging. Als wij ernaar vroegen kregen wij geruststellende antwoorden”, vroeg Tobias Holtman van de CU over hoe de gemeenten en de zorgaanbieders na het beëindigen van de contracten in juli 2025 of 1 januari 2026 met elkaar verder kunnen.

Geschrokken, onderlinge verstandhouding wordt beter

Wikkerink en Te Lindert verklaarden dat het onderzoek vorig jaar zomer gehouden is toen gemeentes en zorgaanbieders het net eens waren geworden over de laatste verlenging en er nog veel frustratie zat. Wikkekrink: “Gedurende het hele traject zien we dat onze zorgconsumenten en de zorgaanbieders elkaar beter gingen vinden.Het rapport geeft ons een beeld waarover we ons de vraag kunnen stellen: ‘kunnen we zo verder’. Nee.” Te Lindert: “En natuurlijk, ook wij zijn geschrokken van het rapport. We willen geen oeverloos gedoe meer voor de herijking van de zorgcontracten.” Over hoe het nu verder gaat? Wikkerink verklaarde dat wanneer er weer acht gemeenten aan tafel gaan zitten met de zorgaanbieders het een ‘hell of a job wordt. Er zal één vertegenwoordiger moeten komen en daarin ziet Wikkerink een opdracht voor zijn eigen gemeente. “Vind u uzelf nog geschikt een nieuwe aanbesteding te leiden? Het antwoord van de wethouder was ondubbelzinnig: “Ja, er niemand in de Achterhoekse colleges die hier meer mee bezig is geweest dan ik.”

Het aangaan van nieuwe contracten is alleen besteed aan de colleges. De raad stelt alleen de kaders aan de budgetten ervoor vast. Dit gebeurt tijdens de behandeling van de begrotingen en de beschouwingen. Daarom is het nog onduidelijk waarover de raad over dit grote dossier dan zou moeten besluiten.



Ander nieuws