Miljoenen tegen leegstand winkelstraten, maar willen we nog wel ‘een dagje shoppen’?

DE LIEMERS/ACHTERHOEK - De winkelstraten van Apeldoorn en Westervoort moeten weer aantrekkelijker worden, zodat meer mensen een dagje gaan shoppen in plaats van hun spullen online bestellen. De twee steden krijgen daar miljoenen euro's voor van de overheid. Wat zorgt ervoor dat de mensen weer naar het centrum gaan? "Mensen moeten er gelukkig van worden", zegt retailexpert Cor Molenaar.

Molenaar vindt dat een dagje shoppen een ervaring moet zijn. Niet alleen spullen aanschaffen die je nodig hebt, maar blij worden van het rondneuzen in winkeltjes. "Mensen van het internet halen is niet zo makkelijk. We kopen online omdat het makkelijk is en omdat we daar terechtkomen via influencers."

"Het enige dat je ertegen kan doen is fysiek winkelen leuker maken", zegt de retailexpert uit Oosterbeek. "En daar heb je de ondernemers voor nodig. Je kunt gevels mooier maken, maar als binnen een chagrijnige ondernemer zit, red je het ook niet."

Molenaar zegt dat mensen ook een vorm van geluk ervaren als ze een winkel binnenkomen. Daar moeten winkeliers volgens hem op inspelen. "Vrouwen hebben dat vaak bij kleding- en schoenenwinkels, mannen bij elektronica- en sportwinkels. Het moeten leuke winkels zijn waar mensen graag vertoeven. Die zaken moeten speciaal zijn, dat je als klant verrast wordt."

'Lokale specialisten zijn nodig'

Westervoort krijgt in totaal 2,6 miljoen euro om mee aan de slag te gaan. Het straatbeeld in de kleine gemeente is al jaren een afwisseling van winkels en leegstaande panden. Westervoort is samen met winkelcentrum De Wyborgh bezig met het uitvoeren van een centrumplan dat daar verandering in moet brengen.

Slager William Boekhorst is blij met de toegekende miljoenen en ziet al wel waar het geld aan uitgegeven kan worden. "Ik denk dat het belangrijk is om een winkelcentrum te krijgen met verschillende winkels", zegt Boekhorst. "Alleen grote supermarkten, dat heeft geen zin. Lokale winkeliers en zelfstandige ondernemers moeten gestimuleerd worden om te blijven of juist te komen."

Het winkelcentrum wordt veranderd qua indeling. "Sommige winkels zullen moeten verhuizen, en dat brengt kosten met zich mee", weet Boekhorst. "Een financieel steuntje in de rug is dan wel fijn. Want een plein aanleggen is mooi, maar een plein zonder goede betrokken ondernemers, is nog niks. Er zijn lokale specialisten nodig; een goede schoenenverkoper waar je met kinderen heengaat om kwalitatieve schoenen aan te meten. Mensen die met hart en ziel in zo'n winkel staan. Juist daarin kan je je als winkelcentrum onderscheiden, maar die winkels zijn er op dit moment niet."

'Warm gevoel'

Molenaar beaamt dat. "Het winkelgebied moet er zijn voor de wat kleinere ondernemers die gastheerschap hoog in het vaandel hebben staan. Als je binnenkomt in zo'n winkel, moet dat een warm gevoel geven en dan blijven mensen terugkomen. Dat zijn dus niet de grote ketens, waar mensen - met alle respect - in loondienst werken en weinig betrokkenheid hebben."

Apeldoorn gaat het bedrag van 4,2 miljoen uitgeven aan een metamorfose van winkelcentrum Oranjerie. Op de plek waar nu nog een winkelcentrum staat, moeten woningen, een hotel, kantoren, een park en een aantal winkels komen. Een groot deel van de winkelpanden verdwijnt, wat de leegstand moet tegengaan. Het geld van het kabinet gaat grotendeels direct naar eigenaar Bridges Real Estate.

Gemak is belangrijk

Volgens Molenaar ligt er ook een taak bij de gemeenten. "Je ziet vaak dat binnensteden moeilijk te bereiken zijn, een parkeerplek is niet makkelijk gevonden." En daarnaast vindt hij ook dat mensen te veel moeten betalen om hun auto een paar uur te parkeren op een plek dichtbij het centrum. "Die taak ligt bij gemeenten, maar de prijs laten zakken veroorzaakt vaak een gat in hun begroting", aldus de retaildeskundige.