Bloemcorso Lichtenvoorde benut bruikbaar sloopmateriaal van Winterswijkse steenfabriek De Vlijt

WINTERSWIJK/LICHTENVOORDE - Wethouder Bart Porskamp van de gemeente Oost Gelre heeft in een grote vrachtwagen slooponderdelen van de gesloopte steenfabriek De Vlijt opgehaald bij zijn collega-wethouder Gosse Visser uit Winterswijk. De vrijgekomen onderdelen worden overgebracht naar het Lichtenvoordse bloemencorso. Die kan met de beschikbaar gekomen stalen spanten, gordingen en dakplaten vier corsohallen bouwen.

Wethouder Bart Porskamp zet een vrolijke grijns op alsof hij het Grolse kanon opnieuw kaapt voor de 'Keien' in Lichtenvoorde. De geboren en getogen Grolse wethouder zou dat nooit-never doen, maar had er donderdagmiddag wel een dergelijke streek voor over toen hij bij corsobuur Winterswijk 'spullen voor het corso' ging ophalen. De officiële daad werd met een knipoog door de Winterswijkse wethouder Gosse Visser ontvangen die zei dat de overdracht van de Winterswijkse bouwmaterialen een kwaliteitsimpuls gaat opleveren voor het corso in Lichtenvoorde. "En ik vind het oprecht leuk dat ons erfgoedmateriaal naar een corsogemeente gaat", licht Visser naderhand toe.

Winterswijkse bouwmaterialen gaan zeker een kwaliteitsimpuls opleveren aan het Lichtenvoordse bloemencorso

De bedoeling is dat het her te gebruiken bouwmateriaal wordt gebruikt voor de bouw van een nieuwe corsohal aan de Boschlaan. Op die plek ligt geruim twee jaren een uitgewerkt plan klaar voor een bouwplaats waar zeven corsogroepen onderdak gaan vinden. "Voorlopig slaan we de spullen op bij de Wopa", laat corsowoordvoorder Brandt Keegstra weten. "We dienen de wettelijke procedures voor de wijziging van het bestemmingsplan netjes uit te lopen en dan volgt nog de omgevingsvergunning waarvoor we bezig zijn heel goede afspraken te maken met de buurt. We willen dit zorgvuldig uitvoeren."

“Het is fantastisch nieuws voor onze wagenbouwers”, aldus corsovoorzitter Thijs Kroezen. En ik vind het ook wel een mooie gedachte dat De Vlijt als industrieel erfgoed nu bijdraagt aan de instandhouding van ons erfgoed, de corsocultuur.” De circulaire sloop van de steenfabriek door Dusseldorp Infra, Sloop en Milieutechniek leverde een grote hoeveelheid herbruikbare bouwmaterialen op. Voor projectleider Akim Weenink was het niet moeilijk de link naar het Lichtenvoordse bloemencorso te leggen. “Wij voelen ons als bedrijf verbonden met Lichtenvoorde en het corso. We zijn blij dat we ze op deze manier kunnen helpen. En dat de herbestemming zo dichtbij is pakt in ons streven naar duurzaamheid ook mooi uit.”

Winterswijkse corso kan eigen erfgoedmaterialen zelf ook gebruiken?

Had corsogemeente Winterswijk de materialen van het eigen erfgoed zelf niet willen gebruiken? Wethouder Gosse Visser: "ik begrijp die vraag heel goed. Ook de Vereniging Volksfeest zoekt voor het Winterswijkse corso geschikte bouwlocatie(s). Maar waar die kan, moeten we in Winterswijk nog gaan bepalen. Het zou wat voorbarig zijn om de materialen van De Vlijt daarvoor aan te kopen. We zijn blij dat het materiaal goed in Lichtenvoorde terechtkomt."

Groot draagvlak

Corsovoorzitter Thijs Kroezen is echter ook enorm blij met het aanbod van Dusseldorp Infra, Sloop en Milieutechniek. “Meerdere wagenbouwgroepen moeten aan de slag met een nieuwe locatie en dus een nieuwe hal. Dat vergt forse investeringen. Het aanbod van geeft de wagenbouwers lucht. Het toont maar weer eens aan de het corso op een breed draagvlak kan rekenen onder de inwoners en ondernemers. Het corso is van ons allemaal en dat motiveert alle vrijwilligers rond het bloemencorso.”

Sloopbedrijf Dusseldorp kocht vrijgekomen grondstoffen en de herwonnen bouwmaterialen van de sloop. Brandt Keegstra: "Het corso heeft een mooie deal gemaakt met Dusseldorp wat goed is voor de corsocultuur in Lichtenvoorde."
Als ook de laatste restanten van De Vlijt weg zijn kan Winterswijk verder met de ontwikkeling van het nieuwe bedrijventerrein. En kan Oost Gelre zich, als evenementengemeente, verzekerd weten van een belangrijke bijdrage aan de borging van de corsocultuur in Lichtenvoorde, aldus gemeente Oost Gelre en het Lichtenvoordse bloemencorso.