Header image

Aaltense raad moet een verklaring van geen bedenkingen afgeven anders kan Aalbers niet verder

AALTEN - In juli sprak de Raad van State uit, dat afval- en grondverzetbedrijf Aalbers zich mag vestigen aan de Sondernweg, de zogeheten Westrand. Maar de Omgevingsdienst, de ODRN constateerde onlangs dat de geplande bedrijfsactiviteiten van Aalbers daar niet passen binnen het bestemmingsplan. Daarop vraagt de gemeente Aalten deze week aan de eigen gemeenteraad of ze een verklaring van geen bedenkingen af te geven om de ontwikkelingen aan de Sondernweg door te kunnen laten gaan. De Omgevingsdienst ziet het anders. Zij sturen aan op een herziening van het bestemmingsplan, wat kan betekenen dat de procedure weer opnieuw moet.

Analyse

Zover lijkt de gemeente Aalten niet te willen of te kunnen gaan. Er ligt immers een uitspraak van de hoogste bestuursrechter onder wat de bestemming op de Westrand onherroepelijk maakt. Op de plek aan de Westrand mag Aalbers de huidige bedrijven aan de Broekstraat en Derde Broekdijk plus nog een aantal gronddepots op industrieterrein ’t Broek samenvoegen. Daaronder ook de gemeentelijke milieustraat. Aan de Sondernweg is ruimte met meer toekomstmogelijkheden voor het afval- en grondverzetbedrijf. Aalbers is al op de plek begonnen met het uitgraven voor de bouw. Dat mag. De bestemming is door de uitspraak van de Raad van State officieel bedrijventerrein geworden. De plek bestrijkt 5 hectare. Er ligt een berg gestort puin dat nodig is voor de aanvoer van bouwmaterialen. In de afgelopen weken zijn grondwallen aangelegd waarbij aanwonenden vraagtekens bij zetten. Want waar komt de grond vandaan?

Aalbers mag naar de nieuwe bedrijfslocatie verhuizen, verklaarde zegsman Joachim Tuenter van het Aaltense afval- en grondverzetbedrijf. Tuenter sprak afgelopen dinsdag in tijdens de beeldvormende commissieraad in Aalten. Echter lijkt Aalbers er maar niet in te slagen de aanvraag voor de omgevingsvergunning rond te krijgen. Zonder die vergunning mag het bedrijf geen enkele activiteit ontplooien of overhevelen op de nieuwe locatie.
In de periode vanaf 2019 deed Aalbers tot drie keer toe een aanvraag voor de omgevingsvergunning, waarvan het bedrijf tot twee keer toe de aanvraag zelf heeft introk. De eerste: omdat de rechter het bestemmingsplan vernietigde vanwege de landelijke stikstofuitspraak in mei 2019, werd ook de omgevingsvergunning niet meer behandeld. De tweede aanvraag heeft het bedrijf in de tijd nadat het bestemmingsplan met behulp van de PAS-regeling hersteld was -Aalbers heeft toen stikstofrechten kunnen kopen van veehouders in de buurt- in overleg met de Omgevingsdienst ingetrokken. “Dit was in verband met de constructieberekeningen, een bodemonderzoek dat op een andere manier uitgevoerd moest worden. En was er discussie over de opslag van ‘de dikke fractie’ waaronder drijfmest vanwege de geur in de omgeving. De opslag en de verwerking was in het stadium van de plan-MER-aanvraag wel toegestaan. In de derde lopende aanvraag hebben we dit aspect eruit gehaald”, gaf Tuenter als redenen aan.

Dezelfde behandeling gebeurde ook met het shredderen (versplinteren van hout, kapotslaan van steen) van grof houtafval en kunststof. Ook deze activiteit is nadat daarover met de omgevingsdienst discussie was ontstaan, uit de omgevingsvergunning gehaald. Tuenter voegde aan het einde van zijn uitleg eraan toe dat de ontwikkeling op de Westrand in twee fases is opgedeeld. De aanvraag van de omgevingsvergunning gaat alleen over de ontwikkeling van fase 1 als de activiteiten van de Broekstraat en de Derde Broekdijk verplaatst worden naar het nieuwe terrein.
Dat gegeven riep bij commissie de nodige vragen op. Komt de verwerking van drijfmest en biomassa dan terug in de aanvraag voor fase 2 als het kantoor en de werktuigenloods worden verplaatst? Hoe moet de raad het schrappen van een aantal zaken in de aanvraag gaan zien? “Moet er dan toch gekozen worden voor een herziening van het bestemmingsplan, zoals de omgevingsdienst adviseerde”, vroeg Bert Weevers van de Progressieve Partij aan de zegsman van Aalbers.

De bouwkavel van 5 hectare voor afval- en grondverzetbedrijf H.J. Aalbers en Zoon Transport BV - Foto: Eveline Zuurbier

Het gaat in de aanvraag voor de omgevingsvergunning niet alleen over het intrekken van bepaalde regels. Want waar de Omgevingsdienst hoofdzakelijk op doelde is dat de omschreven bedrijfsactiviteiten in de vergunningaanvraag ruim opgevat en toelaatbaar kunnen worden en daarom niet binnen het bestemmingsplan passen. Het gaat daarbij onder meer over de verkoop van potgrond, strooizout, grond en bouwstoffen aan particulieren en afnemers met een bedrijf en overheden. Verkoop aan beroeps- of bedrijfsactiviteiten is in strijd met het bestemmingsplan. Met andere woorden: een groothandel op die plek is niet toegestaan. En zo twisten de Omgevingsdienst en Aalbers over hoe meerdere punten in de aanvraag gelezen kunnen worden, zoals over de inname en verwerking van afvalstoffen anders dan groenafval en over het puinbreken.
Volgens Tuenter gaat het over bedrijfsactiviteiten die altijd al beoogd waren voor het bestemmingsplan en dusdanig door Aalbers op de nieuwe plek op de Westrand uitgevoerd mogen worden. Maar deze activiteiten hebben geen vertaling gevonden in de planregels, zoals Tuenter het verwoordde. Een groot aantal onderzoeken heeft Aalbers daarom als motivering bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning toegevoegd. De raad heeft nu 40 bijlages in een 744 pagina’s tellend dossier gekregen om door te nemen dat bij elkaar juridisch dichtgetimmerd is, en waarvoor de gemeente Aalten aan de raad vraagt een verklaring van geen bedenkingen af te geven. Niemand verwacht dat ze op de letter zullen doornemen, want de onderzoeken bewijzen dat alles is uitgezocht en dus op de regel klopt.
Wat er nu enkel nog gevraagd wordt is dat de gemeenteraad voldoende vertrouwen heeft in dat alles wettelijk goed gegrond is. Handhaving zal van cruciaal belang zijn. Op 29 november spreekt de Aaltense gemeenteraad zich over de zaak Aalbers uit.



Ander nieuws