Boer Jan werd in één klap rijk van een muntschat die nu voor iedereen te zien is

EIBERGEN – In museum De Scheper in Eibergen schitteren sinds maandag ‘kleine greune schiefkes’, een verzameling munten die werd gevonden in 1980. Na onderzoek bleek dat de munten al uit de dertiende eeuw stammen. De muntschat vormt één van de pronkstukken van het museum en leert bezoekers over het centrale punt dat de Achterhoek vormde in de oude internationale handel.

De munten, schoongemaakt (l) en met groene tint (r).
De munten, schoongemaakt (l) en met groene tint (r). – Foto: Historisch Museum de Scheper

“De pot waarin ze gevonden zijn, staat ook in de vitrine”, zegt woordvoerder Jokes Reijgersberg. “Een met hooi gevulde stenen kruik die inmiddels in scherven lag.” Waarschijnlijk is de kruik begraven door een late middeleeuwer, die zijn kostbare bezittingen veilig onder de grond verstopte.

Handelskruispunt

In totaal vond boer Jan Memelink 45 jaar geleden 1100 munten: Engelse en Schotse pennies, Franse, Brabantse en Gelderse munten en een groot aantal penningen uit onder meer Münster en Recklinghausen. “De Achterhoek was echt een handelskruispunt”, zegt Reijgersberg. “Het Klokbekervolk kwam vanuit de richting van de Noordzee. Via de Veluwe, de Achterhoek en Twente liep een handelsroute richting Hamburg. Een tak boog later af richting Hongarije. Er liep echt een hele grote handelsroute.”

Het ‘Klokbekervolk’ is een archeologische cultuur uit de Kopertijd, daterend tussen ongeveer 2500 tot 2000 voor Christus. De cultuur is vernoemd naar een aardewerk uit die tijd die vaag doet denken aan een omgekeerde kerkklok.

Meer dan 2000 jaar aan handel

Die handelsroute wordt niet alleen ondersteund door de munten afkomstig uit de verschillende regio’s, maar ook door een ‘bronsschatvondst’ in dezelfde regio uit het jaar 1000 voor Christus. “Daar zaten ook glazen kraaltjes in”, zegt de woordvoerder van het museum. “Er was toen nog helemaal geen georganiseerde glasindustrie in de regio, of überhaupt in Europa. Dus dat bewijst dat er handel is geweest met mensen die het mee hebben genomen en dat handel hier heel lang heeft plaatsgevonden. Sowieso 2300 jaar, als we kijken naar alleen deze twee vondsten.”

Gesjoemel met zilver

Terug naar de boer die in 1980 de munten op het land van zijn boerderij vindt. Hij omschrijft ze als kleine greune schiefkes, kleine groene schijfjes. Toen de munten werden gebruikt voor de handel, zo rond het jaar 1280, werd geld gemaakt van zilver. Zilver oxideert na een tijd, en kan dan een zwarte of bruine tint krijgen. Maar geen groen. Deze groene kleur valt wel te linken aan koper, denk bijvoorbeeld aan het Vrijheidsbeeld in New York. “Dat wijst erop dat er koper door de zilverlingen is gemengd”, zegt Reijgersberg.

“Er is gesjoemeld met de zilverwaarde. De middeleeuwse Gelderse heren sloegen zelf nabootsingen van munten, maar daarbij mengden ze dus minder waardevol koper door het dure zilver. De winst van deze valsemunterij staken ze in hun eigen zak.”

Ook kwam het af en toe voor dat muntenslagers de munten afvijlden. Zo werden de munten wat minder rond en hield de muntenslager zilver over. “Het is nog steeds legaal geld, alleen betaalde de persoon die het geld kocht eigenlijk te veel in zilver voor de geldwaarde die hij terugkreeg.”

Zo’n zestig van de gevonden munten zijn vanaf deze week te zien in het museum in Eibergen.

De munten die boer Jan Memelink in 1980 vond, leverden goed geld op. De schat werd getaxeerd op enkele tonnen. De plaatselijke amateurarcheoloog Herman Schepers kreeg vijftig munten voor zijn museum in oprichting en boer Jan Memelink liet de rest veilen. Van de opbrengst kocht hij een boerderij in Denemarken.

Geschreven door Luuk Gelderman


Mail ons!
Heb jij een tip of opmerking? Mail naar de redactie: redactie@leuk.fm